Alles verstaan en toch verkeerd begrepen …
80 Jaar geleden was het op Nederlands-Duits gebied niet best om met foute vrienden om te gaan, maar tegenwoordig leiden foute vrienden in de beide talen tot lachwekkende situaties. Minder grappig is wanneer appels met peren vergeleken worden of men denkt elkaar te verstaan en heeft niets begrepen.
Een aantal jaren geleden was ik uitgenodigd om een voordracht te geven over Nederlands-Duitse cultuurverschillen in het kader van een Unternehmerfrühstück in een Duitse stad. De 80 aanwezige Duitse ondernemers hadden zich goed vermaakt en stelden interessante vragen. Vervolgens ging de burgemeester het geheel afsluiten en relativeerde de strekking mijn voordracht. Hij vond de verschillen zo goed als afwezig en zij toen “Ach Herrr Mazeland, im Grunde kommen die Holländer und die Deutschen doch gut miteinander klar!”. Nu had ik net het verschil tussen Nederlanders en Hollanders uitgelegd en dacht die bal ga ik eens inkoppen en ik zei “Tsja Herr Bürgermeister, Sie wissen schon, dass die Niederländer unter klarkommen etwas ganz anders verstehen?” Aangezien de meeste Duitsers in de zaal Nederlands verstonden, bulderde men van het lachen en had ik toch een mooi punt gescoord….
Een ander leuk voorbeeld is het woord “deftig”. In het Nederlands en in het Duits exact hetzelfde geschreven maar iets heel anders betekenend. Stel je voor een Nederlander en een Duitser hebben samen een mooi project gedaan en de Duitse zakenpartner zegt “Wollen wir heute Abend gemeinsam deftig Essen gehen?”. De eerste gedachte van de Nederlander zal zijn: “Oh ik heb mijn stropdas vergeten”. Deftig in het Duits betekent echter “flink” vergelijkbaar met “duftig etn” in het Achterhoeks. Dus eigenlijk nodigde de Duitse zakenpartner je uit om samen lekker te gaan schranzen met een grote pot bier in het plaatselijke restaurant met gutbürgerliche Küche en daar is een stropdas niet nodig.
De appels en de peren komen mooi naar voren in een ander waar gebeurd verhaal. Een Nederlandse investeerder wil in een Duitse stad een voormalig kazerneterrein overnemen met 300 “Wohnungen”. De Nederlander denkt hier al snel aan eengezinswoningen en was zeer teleurgesteld toen het om slechts 300 appartementen bleek te gaan.
Tenslotte neem ik iedereen graag even mee naar de situatie waar cursisten bij mij hun presentatievaardigheden in het Duits oefenen. Een van de salesmanagers van een Nederlandse machinebouwer vertelt in goedklinkend Duits: “Wir wollen unsere Kunden entsorgen”. Hij bedoelde het goed maar had geen idee dat er op de klanten nu eerst een grüner Punkt moet of dat zijn klanten in de Biotonne terecht komen. Zo zijn er nog legio voorbeelden te noemen zoals bellen, bumsen, Flur of irritieren, maar daar gaan we ons in een tweede artikel maar eens mee “beschäftigen”.